<< Vorige - Volgende >> |
NK43: door Veronica van RoonEik en Linde
|
||
Ontmoeting in Eik en Linde
Ze hadden om kwart over elf afgesproken in het bruine café op de hoek en terwijl hij op klaarlichte dag het statige doch zeer verstofte etablissement binnenstapte, zag hij meteen dat de timing niet slechter had kunnen zijn.
Het was uitbundig lente en het leek of het gouden zonlicht de duistere romantiek van het stoffige hoekje waar zij zo intiem gezeten hadden, nog geen etmaal geleden, omringt door resten kaarsvet, overvolle asbakken en overdadig glaswerk, vierkant uitlachte. Zijn met zorg uitgekozen outfit , een gestreken overhemd in diepzinnig bordeaux, subtiel kleurend met de zwaarvelouren theatergordijnen, maakte nu een misplaatste indruk als een kerstboom tussen schreeuwende narcissen.
Maar vluchten kon niet meer. Daar kwam ze al aangestormd, overduidelijk veel te jong voor hem, een gebloemde tas over haar schouder geworpen, en wat was ze mooi!
Haar donkere overdadige haardos bloeide bij elke belichting. Ze veegde met charmante irritatie een paar weelderige lokken uit haar ogen.
' Ik had het bijna niet gehaald.' verklaarde ze met de vanzelfsprekende haast van de jeugd.
' Heb je de bundel bij je?' Hij haalde een klein onooglijk dun boekje uit zijn binnenzak. 'Kroegdichters uit de hortusbuurt' was na een kleine oplage vijftien jaar geleden nergens meer te krijgen. Zij schreef een scriptie waar zijn nooit vervolgde debuut op de een of andere manier in zou voorkomen, hij was vergeten in welk verband. Schatplichtig overhandigde hij haar zijn bescheiden werkje terwijl zij er gezellig op los kwetterde.
" Voor deze dame een fluitje en doe mij maar een jonge' bestelde hij krachtig.
Terwijl hij haar zag stralen tegen het hem zo vertrouwde decor van al die sepiafoto's en creaties van weleer, stille getuigen van zijn herinneringen vol verbleekte passie, vielen zij in een flits samen: haar prille passIe en zijn onvoltooid verleden.
Veronica van Roon
296
...
|