<< Vorige - Volgende >>


NK21: door Bart Reigoor


Van Wou



NK21: door Bart Reigoor




Vrij spel

Op donderdagmiddag ga ik graag naar "Van Wou"" om te kijken naar de mannen die daar dan aan het biljarten zijn. Ik kijk en luister in het bijzonder naar Herman. Stekeltjeshaar, een uilenbrilletje half afgezakt op zijn neus en hele bleke lippen. Hij biljart met een dodelijke ernst en weet alles van brommers. Vastgelopen zuigers, te grote sproeiers en klagende klanten komen tussen de stoten door uitgebreid aan bod.
Vandaag zit Herman aan een tafeltje. Voor hem een pilsje. Om zijn linkerpols twee gouden horloges. Zijn blik is somber. Ik ga tegenover hem zitten.
"Hallo Herman, wat scheelt er aan?"
"Me vrouw zal wel boos zijn, denk ik. Godsgloeiende wat zal die boos zijn."
Herman zucht diep en neemt een grote slok bier.
"Waar zou je vrouw boos over moeten zijn?"
"Boos over moeten zijn! Ik kan je op een briefje geven dat me vrouw boos is. Vanochtend op de Stadhouderskade word ik in het Engels aangeroepen door twee mannen. Ze staan bij een oude Mercedes en moeten terug naar Roemenie. Iets met hun vader. Of ze geld kunnen lenen, dan krijg ik gouden sieraden als onderpand. Ik wil ze vijftig euro geven maar dat is niet genoeg. Ik weet niet wat me bezielde maar ik ben gewoon met ze naar de bank gereden en daar heb ik alles gepind wat erop stond. Achthonderd euro. Kreeg ik deze twee gouden horloges van ze als onderpand. Volgens de juwelier hier om de hoek zijn ze nog geen tien euro waard."
Herman drinkt zijn glas leeg en staat op. 
"Ik ga nog vlug biljarten. Dat zal de komende tijd wel niet mogen van me vrouw."
Als ik naar buitenloop is Herman zijn keu aan het krijten. Het puntje van zijn tong zichtbaar tussen de  bleke lippen. 


Bert Reigor

296




...